Nationalisme

In Tibet is er Nationalisme. Eigenlijk is Tibet een eigen land, maar China heeft Tibet enkele jaren terug ingelijft. De Tibetanen willen hun eigen land, Tibet, terug, ze willen weer onafhankelijkheid. Ze willen een vrij land, zodat ze kunnen leven als de Tibetanen zelf willen. De Dalai Lama is de leider, geestelijk en politiek. Hij wordt gezien als de belangrijkste boeddistische leider. De Tibetanen geloven dat elke Dalai Lama een wedergeboorte van de vroegere Dalai Lama is.

'Er zijn diverse pogingen geweest om het conflict tussen China en Tibet tot een eind te brengen. De belangrijkste actor in het vredesproces is de Dalai Lama. Hij roept zijn volk op geen geweld te gebruiken in hun verzet tegen de Chinezen en sinds 1970 zijn er diverse formele en informele gesprekken geweest tussen Tibet en China.'

De Dalai Lama wil met protesten bereiken dat door China de Tibetaanse cultuur niet volledig vernietigd wordt. Hij bezoekt op dit moment veel landen en spreekt met veel verschillende wereldorganisaties, met doel om begrip te krijgen voor de situatie in Tibet. Daarnaast probeert hij ook onderhandelingen met China aan te gaan.

De Tibetanen hebben een oude cultuur, met het boeddhisme als belangrijkste geloof. Maar de Chinese regering verbied bijna alles wat hiermee te maken heeft. wie zich niet aan de regels houd word opgepakt en gevangen gezet. Hierdoor gaat de tibetaanse cultuur kapot. Figuurlijk en letterlijk. De boeddhistische tempels en kloosters zijn door de Chinese regering gesloopt, en China verplicht de mensen ook veel dingen zoals akkerlanden in plaats van natuur, Mandarijn als taal,  en Chinees als staatsonderwijs. Hiermee zijn de Tibetanen het natuurlijk niet eens. Dit zijn de punten die de Dalai Lama wil bereiken:

1.De Chinese provinciegrenzen moeten gewijzigd worden zodat er een Groot Tibet tot stand komt dat overeenkomt met het Tibetaanse rijk uit de 8ste eeuw.
2. Om de Tibetaanse cultuur te beschermen, moet er in dit gebied een immigratiestop komen voor andere Chinese bevolkingsgroepen. De niet-Tibetanen, die er niet sinds generaties wonen, vormen een bedreiging voor de autonome cultuur.
3. Groot-Tibet moet een eigen wetgeving krijgen, zonder inmenging van de centrale Chinese regering.
4. Het unieke van de Tibetaanse cultuur en identiteit kunnen enkel gedijen onder Tibetaans bestuur.
5. Het staatsonderwijs in Groot-Tibet wordt vervangen door een religieus boeddhistisch onderwijs.
6. De eerste taal in Groot-Tibet moet het Tibetaans zijn.
7. De eigendom van de grond behoort toe aan de Tibetaanse nationaliteit, die er vrij moet kunnen over beschikken (verhuren, verkopen).
8. Groot-Tibet moet zo snel mogelijk zelfbedruipend worden, de centrale Chinese staatssubsidies moeten wegvallen om een echte autonomie te garanderen.
9. Tibet is een ecologische ramp geworden. De graslanden en de bossen verdwijnen. De Tibetanen zelf hebben vroeger steeds in harmonie geleefd met de natuur. Dit moet opnieuw zo worden.
10. Alle ordestrijdkrachten moeten etnische Tibetanen zijn. (Er is niet gespecificeerd of het om politie én leger gaat, maar in andere teksten wordt duidelijk gesteld dat het nationale Chinese leger uit Groot-Tibet moet verdwijnen).
11. De regionale regering van Tibet moet onafhankelijk kunnen deelnemen aan alle internationale organisaties, zonder daarom een zetel te hebben in de UNO.